Page 26 - letterhoeke 2015-1
P. 26

om zo’n klein vogeltje op een vin-     Wirdumerdijk. Rond 1900 was                wisten daar wel raad mee.’ De
gertop te houden.’                     het houden van kanaries, en ook            verleiding is groot om allerlei rare
                                       papegaaien, alleen voorbehouden            zijpaden in te slaan, beperken is
Oorspronkelijk komt het knalgele       aan de elite. Die hielden de vogels        niet zijn sterkste kant. ‘Zo kwam
zangvogeltje van de Canarische         omdat ze mooi zongen. Toen de              ik in de archieven ook rechtszaken
eilanden. In geschriften uit 1450      handelslieden vanwege de Eerste            over kanaries tegen. Bijvoorbeeld
werd het als bezit genoemd.            Wereldoorlog niet verder konden            van een beurtschipper die niet
Spanjaarden namen het beestje          reizen en ze de vogels kwijt moes-         betaald kreeg nadat hij van de
mee terug naar hun land als oor-       ten, kregen de arbeiders in de             twee bestelde kanaries maar één
logsbuit. Zoals dat in die tijd ging,  steden de kans om een zangvogel            levend beest afleverde dat ook
verviel alle buit aan de Roomse        te kopen. Op het platteland hield          nog geeneens veren had. Of een
kerk, waar monniken met de ka-         men leeuweriken, dat was gratis,           diefstal van tien kanaries aan
naries begonnen te fokken. Lang-       vooral de jonkies lieten zich mak-         De Tuinen in Leeuwarden, dat
zamerhand vond de soort zijn weg       kelijk in het veld vangen.’                ging om veel geld. Eén vogel
naar het noorden via Italië, waar                                                 kostte tien caroliegulden.’
vogels ontsnapten bij een schip-       Henk van der Wal wilde verder
breuk, naar Oostenrijk waar mijn-      terug in de tijd onderzoek doen,           Vijftig jaar lang heeft hij zelf
werkers de kanaries gebruikten         maar kon de oude handschriften             kanaries gehouden en gefokt,
als waarschuwing voor koolmo-          in weesboeken niet lezen. ‘Met             met wel honderd beestjes in de
noxide. Die mijnwerkers trokken        hulp van andere onderzoekers op            volière en broedkooien. Hij heeft
weer naar Duitsland en uiteinde-       de studiezaal heb ik dat geleerd           ze weggedaan omdat hij steeds
lijk waren het Duitse marskramers      en kan ik me inmiddels aardig              meer tijd kwijt was met het werk
uit de Harz die in Nederland hun       redden. De Nedergerechten van de           voor de Bond. Dierenwelzijn
geluk beproefden met honderden         achttiende en negentiende eeuw             speelt erg de laatste tijd en hij kijkt
vogels in een korf. ‘In advertenties   heb ik doorzocht op bijvoorbeeld           hoe de wetgeving daaromtrent
in kranten werd hun komst aan-         de aanwezigheid van een cou                hanteerbaar is voor de vogellief-
gekondigd. Ze brachten ladingen        bij inboedelbeschrijvingen. Er             hebber. Natuurlijk houdt hij van
zangkanaries mee en sliepen in         zijn helaas geen kooien bewaard            de kanarie, van het gezang en de
logement ‘s Lands welvaren op          gebleven, ze werden vaak van               kleurenpracht. ‘Het gaat mij ech-
het hoekje Ruiterskwartier en          twijgen gemaakt en houtwormen              ter om het fokken, ontwikkelen en
                                                                                  keuren. Het zijn geen beestjes om
                                                                                  over de bol te aaien, ze pikken je
                                                                                  als je ze verkeerd vasthoudt. Ik heb
                                                                                  nooit tegen ze gepraat, maar kom
                                                                                  bij mij niet aan met een papegaai
                                                                                  of parkiet, die moet ik niet. Ik
                                                                                  mis het vogelhouden niet, maar
                                                                                  soms loop ik ’s ochtends nog
                                                                                  automatisch naar het vogelhok.
                                                                                  Het is nu mijn nostalgiekamer.’

              Fraai met vogels versierd gebedenboekje uit de tweede helft van de  Henk van der Wal heeft tal van
              vijftiende eeuw. (Foto Haye Bijlstra)                               boeken geschreven waaronder
                                                                                  De kooi- en volièrevogel als gezel-
26 | LETTERHOEKE 1 2015                                                           schapsdier: een ornithologisch onder-
                                                                                  zoek naar de diversiteit aan kooi- en
                                                                                  volièrevogels die bij vogelliefhebbers
                                                                                  in Nederland worden gehouden (2014)
                                                                                  en Kooivogels en hun cultuurhistorie
                                                                                  in Friesland (2008).
   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31